Gemeentefinanciën: Vooruit slaat vals alarm

Gemeentefinanciën: Vooruit slaat vals alarm 
 
Tijdens de laatste gemeenteraad van vorig jaar stond de tweede meerjarenplanaanpassing van 2021
op de agenda. De gemeente is gebonden aan een aantal regels op het vlak van budgettair beheer,
opgelegd door de Vlaamse overheid. Zo moet de autofinancieringsmarge in het laatste jaar van de
meerjarenplanning positief zijn. Deze autofinancieringsmarge is het verschil tussen het
exploitatiesaldo en de periodieke aflossing van schulden. Het exploitatiesaldo is zelf het verschil
tussen belastinginkomsten en ontvangen subsidies met uitzondering van subsidies voor
investeringen enerzijds en de lopende uitgaven (uitgaven zonder investeringen dus) anderzijds. Een
positieve autofinancieringsmarge betekent dus dat de gemeente met haar belastinginkomsten
en recurrente toelagen in staat is om haar schulden af te lossen.  
Volgens de prognoses zal deze bij ongewijzigd beleid in 2025 uitkomen op een positief saldo van
12.191 euro. Geslaagd met voldoening denk je dan. Zeker als je beseft dat het huidige bestuur vol
aan de bak moest om de broodnodige investeringen in onze weginfrastructuur te doen die de
afgelopen legislaturen systematisch werden uitgesteld.
Niet zo volgens Vooruit want de gecorrigeerde autofinancieringsmarge gaat in 2025 net diep in het
rood (-705.000 euro). Dit zou er volgens Sam Robyns op wijzen dat de situatie niet zo rooskleurig is
als op het eerste zicht lijkt. Buiten de bulletlening van 2,9 miljoen euro die op het einde van de
looptijd volledig wordt afgelost en niet jaarlijks, kon ze geen verklaring vinden. Maar er moest zeker
meer aan de hand zijn. Zo een grote afwijking. Stel je voor! Er is inderdaad meer aan de hand,
namelijk verstandig financieel beheer... 
Wat is er echt aan de hand? 
Bij de berekening van de gecorrigeerde autofinancieringsmarge wordt de aflossingsduur van de
lopende leningen kunstmatig omgezet naar 12,5 jaar. De af te lossen bedragen worden zo ook
aangepast. Als de gecorrigeerde marge veel kleiner is dan de effectieve kan dat erop wijzen dat het
bestuur financiële lasten doorschuift naar de volgende legislatuur al is dat niet noodzakelijk het geval
zo benadrukt het Agentschap Binnenlands Bestuur zelf bij de toelichting van het concept.  
Als een bestuur dus veel langlopende leningen heeft of een bulletlening aangaat, zal de
autofinancieringsmarge een stuk lager uitvallen: de jaarlijkse aflossing wordt nu over minder jaren
gespreid en de bulletlening wordt dan behandeld als een gewone lening met jaarlijkse aflossingen
gespreid over 12,5 jaar. Opnieuw fictief dus.  
Het toeval wil nu dat Boutersem voor een zeer groot bedrag aan langlopende leningen heeft
aangegaan of zal aangaan in deze legislatuur: 5,4 miljoen euro op 30 jaar, 4,1 miljoen euro op 20 jaar.
Dat is een groot bedrag aan lang lopende leningen in vergelijking met de uitstaande schuld van 10
miljoen euro aan het begin van de legislatuur. Dat is te verantwoorden aangezien die middelen
worden gebruikt voor de financiering van projecten die ook maar om de paar decennia moeten
gebeuren. Dat heeft niks te maken met lasten naar de toekomst doorschuiven. Iets anders zou zijn
als je investeringen die je om de 5 jaar moet herhalen met leningen op 20 jaar zou financieren. Dan
creëer je de situatie waarin leningen elkaar 'overlappen'. Initieel los je minder af maar later des te
meer. Daarnaast is er inderdaad de bulletlening voor de investering in nieuwe schoolgebouwen. Daar
kan je spreken over een doorschuiven van financiële lasten aangezien die pas op het einde van de
looptijd volledig wordt afgelost. Die keuze is echter te verantwoorden aangezien de gemeente de
subsidies voor dat project ook pas binnen enkele jaren ontvangt. Het is een verstandige keuze om
gerelateerde inkomsten en uitgaven in de tijd aan elkaar te koppelen. Daar zal iedere boekhouder
mee instemmen.

Nicolas Bollion

Fractieleider N-VA Boutersem